Nederlandse Beroepsvereniging van Beleggingsprofessionals
Mijn lidmaatschap

Nederland moet weer durven

Terug naar laatste publicaties

Bij het begrip innovatie in de financiële sector kun je jezelf maar moeilijk iets tastbaars voorstellen. Bij ‘echte’ innovatie doemt al snel een beeld op van laboratoria waarin slimme onderzoekers ingewikkelde experimenten doen of dat van ijverige studenten die een zonneauto uitproberen. Bovendien roept innovatie in de financiële sector ook minder positieve associaties op. Waren het niet de Wizz Kids van Wall Street die de wereld overspoelden met handig herverpakte maar ook zeer risicovolle rommelhypotheken. Wat is innovatie in de financiële sector? In het kader van dit themanummer interviewde de redactie van het VBA journaal Sjoerd van Keulen. Van Keulen is voorzitter van het Holland Financial Centre met de vraag wat HFC doet voor de innovatie in de financiële sector.

 

Sinds 2007 staat het Holland Financial Centre op de kaart. HFC is een samenwerkingverband van de overheid, toezichthouders en de financiële sector zelf. De doelstelling van HFC is het ontwikkelen van initiatieven die bijdragen aan het in stand houden van een sterke, open en internationaal concurrerende financiële sector in Nederland. Sjoerd van Keulen is sinds 2009 voorzitter. Van Keulen volgde in, na zijn pensionering als bestuursvoorzitter van SNS Reaal Arthur Docters van Leeuwen op.

De lijst van deelnemers van HFC is indrukwekkend. Bijna alle CEO’s, de ambtelijke top en de hoogste bazen van de toezichthouders hebben zich aan HFC gecommitteerd. ‘Het draagvlak is groot, beaamt de nieuwe voorzitter Sjoerd Van Keulen. ‘Jammer genoeg zijn er wel altijd een paar partijen die graag meewillen doen, maar niet van harte financieel bijdragen. Toch ziet iedereen in dat we onze krachten goed moeten bundelen. Vooral in het buitenland hebben we ingeleverd. De ABN AMRO is een deel van zijn buitenlandse net kwijt, ING neemt afscheid van een deel van zijn buitenlandse retailbank. Verzekeraars verkopen hun buitenlandse dochters. Achteraf bezien waren we misschien erg hard gegroeid en zijn de risico’s onderschat. Sanering vindt plaats, maar is niet onoverkomelijk. Je moet een in de kern gezonde financiële sector hebben. De financiële sector was voor Nederland als handelsnatie altijd al belangrijk en de sector zal dat ook blijven. Een sterke sector zorgt niet alleen zelf voor hoogwaardige werkgelegenheid, maar trekt die ook aan. Het gaat dan om accountants, IT- bedrijven, consultants en wetenschappelijke instituten. Je moet voldoende massa hebben om niet alleen voor bedrijven en instellingen maar ook personeel aantrekkelijk te blijven. De arbeidsmarkt wordt steeds internationaler.’ Bovendien zijn grote instellingen voor een land als Nederland onmisbaar, omdat ze de financiële infrastructuur voor de consument leveren.’

 

‘Kan Nederland de slag met centra zoals Londen en Frankfurt aan om maar niet te spreken over de VS.’

‘Nederland is op zichzelf niet groot genoeg om een financiële sector met een omvang zoals die in Londen bestaat in stand te houden. Maar we moeten onszelf ook niet weer onderschatten. We hebben veel institutioneel vermogen onder beheer. Dat is nu overigens voor een groot deel in het buitenland belegd. Rondom de vermogensbeheersector ontwikkelt zich een bedrijfstak van adviseurs op ALM gebied, fiduciaire managers, risicomanagers en opleidingen. We zullen ons daarom moeten specialiseren. In de grote centra zitten de internationale zakenbanken. Je moet erkennen, zeker na de recente ontwikkelingen, dat Nederland daar geen grote rol speelt. Maar eerlijk gezegd, spelen Nederlandse banken al jaren in deze tak van sport nauwelijks een rol van betekenis. We moeten dus kiezen voor focus. We zullen op het gebied van onderwijs en onderzoek daarin ook een slag moeten maken. Er zijn verschillende universiteiten met elk een eigen business school en je hebt de Duisenberg School. Als we die activiteiten op elkaar afstemmen, dan kunnen we echt de top bereiken. Dan worden we voor zowel buitenlandse studenten als wetenschappers aantrekkelijk. We hebben goede faciliteiten, maar we benutten ze nog te weinig.

 

Hoe ziet de focus eruit?

De eerste heb ik al genoemd. We hebben het dan over pensioenen of wel retirement management. Zoals ik al zei, gaat het hier om een cluster van activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan de administratieve processen. We hebben een aantal grote spelers op dit terrein. Als de trend van uitbesteding zich doorzet, dan kunnen we hier zeker veel nieuwe activiteiten naar ons toe trekken. Waarom zou een buitenlandse partij zijn administratie niet in Nederland kunnen laten uitvoeren? Het gaat om hoogwaardige werkgelegenheid. Maar ook andere activiteiten, zoals ALM studies en fiduciair management kunnen ook door Nederlandse aanbieders worden geleverd. We hebben in dit opzicht een goede propositie van ervaren en internationaal opererende partijen. 

Als de Europese regelgeving verandert en wij slagen op tijd onze wetgeving daarop aan te passen (dat zal overigens wel een harde dobber zijn), dan liggen er aantrekkelijke kansen. Multinationale ondernemingen kunnen dan in elke willekeurige lidstaat hun pensioenfonds huisvesten. Dan hoeven ze niet meer per land een fonds in de lucht te houden.

 

Kunnen we de concurrentie aan?

Natuurlijk wel. We moeten onszelf niet onderschatten. We hebben goed opgeleide mensen, een goede infrastructuur en we zijn van oudsher internationaal georiënteerd. We moeten wel de krachten bundelen.

Als handelsnatie zijn wij altijd goed geweest in logistiek. Kijk maar naar onze havens en luchthavens. Ook in de financiële sector is er sprake van een hoop logistiek. Daarbij kun je denken aan het de financiering en het betalingsverkeer dat gepaard gaat met de goederenstromen. Nederland heeft dankzij de goede samenwerking tussen financiële instellingen een uitstekende infrastructuur die tegen zeer lage kosten opereert. We hebben kort geleden nog een projectsubsidie voor innovatie in de zakelijke dienstverlening en ICT. Het gaat dan om betaaldiensten en e-facturering. Dat moet slimmer, sneller en veiliger worden. Voor een handelsnatie is dat van groot belang. Dus financiële logistiek is een 2e speerpunt.

In het algemeen spelen Nederlandse instellingen juist op die gebieden die in de media weinig de aandacht krijgen, een internationaal gezien zeer prominente rol: internationaal betalings- en effectenverkeer, trade and commodity finance, pensioenadministratie en -beheer en trustdiensten.

 

Hebben we geen last van een remmende voorsprong?

Onze klassieke PIN infrastructuur zal helaas op enig moment moeten overgaan naar een Europees platvorm. Maar we moeten vooral zorgen dat we bij blijven en als het even kan weer voorop kunnen lopen. Ik maak wel eens de vergelijking met de Nederlandse activiteiten op het gebied van gastransport. We hebben een goede infrastructuur en die kun je op Europees niveau ook gebruiken als je eigen gasvoorraad op is. Dat kunnen we ook in de financiële sector doen.

De derde speerpunt waar we op inzetten is die van de trading venues. We hebben een sterke positie in de handel, uitvoering en afwikkeling van derivaten en effecten. Tijdens de crisis is gebleken hoe belangrijk een efficiënte, liquide en transparante infrastructuur van marketmaking, excecutie, clearing en settlement is voor het financiële systeem.

Vergeet niet dat Euronext een belangrijke partij is in zowel de cash als de derivatenhandel. Die positie moet je koesteren. De kennis en ervaring op het gebied van handel kunnen we ook gebruiken om nieuwe activiteiten te ontwikkelen. Twee nieuwe initiatieven uit Nederland op dit gebied lijken een goede toekomst te hebben: te weten een pan-Europees clearingbedrijf van aandelen en een bestexecution bedrijf met Europese ambities.

Ons vierde aandachtsgebied is de financiering van duurzaamheid. Een containerbegrip waaronder we een aantal verschillende activiteiten groeperen. Als beleggingsland zullen we duidelijke principes moeten ontwikkelen op het gebied van duurzaamheid. Nederlandse pensioenfondsen, zoals ABP en PGGM, hebben zich van oudsher al gericht op duurzaam beleggen en die voorsprong moeten we verder benutten. Het gaat daarbij niet alleen op beleggen op zichzelf. Ook de groep experts rondom beleggen zal zich kennis op het gebied van duurzaamheid eigen moeten maken. Alleen als er een compleet gamma van diensten is, – en duurzaamheid meer is dan een trend – kun je er een echte business case van maken. Ook aanpalende sectoren, zoals de wetenschap, kunnen ervan profiteren. Zo denken we nu na over het ontwikkelen van een vermogenskostenvoet waarin de resource efficiency van een onderneming wordt meegenomen. Als je dat lukt, dan kun je voor ondernemingen inzichtelijk maken wat de voordelen zijn van duurzaam ondernemen. Je ziet dus dat dit soort initiatieven uitstralen op andere sectoren, De speerpunten van HFC staan niet los van elkaar. Op het gebied van CO2 handel zie je dat twee speerpunten – duurzaamheid en handel – elkaar raken.

 

Het klinkt allemaal een beetje bescheiden

Als jullie bedoelen dat wij geen grootse vergezichten schetsen, dan ik mij dat wel voorstellen. Wij zijn geen lobbyclub en we delen ook geen subsidies uit. We willen vooral richting geven aan nieuwe initiatieven en die faciliteren. Het direct zichtbare effect van ons werk zal op de korte termijn niet altijd heel groot zijn, maar wat we wel zien dat rondom een cluster van nieuwe activiteiten andere vormen van kennisintensieve dienstverlening met veel toegevoegde waarde ontstaat. Dat is een kwestie van langere adem. Om van dat laatste een voorbeeld te geven. Om als vermogensbeheerder in de institutionele setting succes te hebben, moet je eerst een track record hebben anders overleef je de eerste selectieronde niet eens. Wij geven nu een aantal starters de gelegenheid om eerst hun concept te ontwikkelen voordat ze aan het echte werk kunnen beginnen. Dat duurt een paar jaar voordat zoiets wat oplevert. Maar let op, we huisvesten er wel drie etages met startende financiële ondernemingen. Niet slecht voor een crisistijd. Ook hebben een tweetal Chinese banken zich onlangs hier gevestigd. Hetzelfde gaat hoogstwaarschijnlijk herhaald worden door Indiase banken.

 

Wees eens onbescheiden

Onze doelstellingen zijn bepaald ambitieus: we geloven dat we in Nederland het leidende kenniscentrum kunnen worden op het gebied van financiering van duurzaamheid. We zijn voorts zeer goed gepositioneerd en spelen een leidende rol op het gebied van internationale pensioenen en pensioenfondsen. En op het gebied van financiële logistiek en handel (e-diensten) lopen we bepaald niet achter, sterker nog willen we een voorsprong gaan nemen.

Helaas mist er in Nederland samenhangende agenda met doelstellingen die door de markt, de instellingen en het bedrijfsleven worden gedragen. Neem als voorbeeld duurzaamheid. We hebben een goede uitgangspositie om het gebruik van de huidige energie en van duurzame energiebronnen een impuls te geven. Dit soort initiatieven zijn projecten met een lange horizon, die van een aantal partijen duurzame en betrouwbare betrokkenheid vragen. De overheid zou het initiatief kunnen nemen om partijen bij elkaar te brengen. De politiek heeft een korte tijdshorizon en die wordt door de huidige onrust niet langer. Banken zijn nu even niet in staat om zich voor de lange termijn te binden aan projecten met een hoog risico. Institutionele beleggers zouden dat wel kunnen, maar ook die zitten klem in de liquiditeitscriteria over dekkingsgraden en solvabiliteit. Ze hebben te maken met een toezichthouder die risicoavers is en bovendien met gedetailleerde regels komt. Door al deze factoren komt een kansrijk initiatief met een hoog risico niet van de grond.

 

Wat ontbreekt er dan?

Leiderschap. De overheid hoeft echt niet met miljarden te strooien. Even zo goed moet je pensioenfondsen niet proberen te dwingen aan onrendabele activiteiten deel te nemen, want het is tenslotte pensioengeld van de deelnemers. Wat mist, is een samenbindende visie op de lange termijn. De overheid moet op een betrouwbare manier partijen binden, richting geven en regisseren. Dan komen goede sectoroverstijgende initiatieven veel makkelijker van de grond.

 

Hoe kan het beter?

Laat ik me voorzichtig uitdrukken. In andere landen, zoals Frankrijk en Duitsland, is de overheid niet bang om een leidende rol te spelen. De Fransen steunden tijdens de crisis alle financiële instellingen en voorkwamen daarmee ongelukken. Nu zeg ik niet dat we dat in Nederland ook moeten doen, maar ik vraag me af of in Frankrijk een grote bank in mootjes gehad had mogen worden. Daarmee wil ik niet zeggen dat de overheid protectionistisch moet handelen, want dat is op de lange termijn ook niet goed. Maar het is, denk ik, typisch Nederlands om vooral niet trots te zijn op hun eigen land. Om daarvan maar een voorbeeld te geven. Fransen en Duitsers die in Londen of New York werken geven daar hoog op over hun eigen land en hun opleiding. Nederlanders lijken er wel een sport van te maken om over hun eigen land te klagen en kleiner te maken dan nodig. Door dat te doen zet je niet alleen jezelf maar ook je eigen land onnodig op een achterstand. Iets meer trots en durf zouden ons een heel eind op weg kunnen helpen. En met aandacht en middelen voor innovatie en ondernemerschap. Wij zijn op dit moment het meest welvarende land van Europa dat op zijn beurt nog steeds het meest welvarende deel van de wereld is. Misschien wel omdat we dan in het paradijs van het paradijs leven, dreigen wij te behoudend te worden en de slag met andere landen te verliezen. Nederland is teveel aan het verdedigen. HFC heeft als taak om de aanval weer opnieuw te organiseren.

 

in VBA Journaal door

Download
Abonneer op onze nieuwsbrief