Nederlandse Beroepsvereniging van Beleggingsprofessionals
Mijn lidmaatschap

Onbegrepen Europa Nieuw licht op een eeuwenoude tweedeling

Terug naar laatste publicaties

Het afgelopen decennium is de Europese integratie onder spanning komen te staan. Na de kredietcrisis zakte Europa, meer in het bijzonder de Eurozone, weg in een diepe bankencisis. Niet alleen Griekenland, de usual suspect, raakte in de problemen. Ook landen als Frankrijk, Spanje en Italië kregen het erg moeilijk. Er ontstond een conflict tussen de Noordelijke preciezen en de Zuidelijk rekkelijken. Alleen door een zeer drastische ingreep van de ECB kunnen de problemen worden weggemasseerd. Het Noorden, onder aanvoering van Duitsland, eist op hoge toon dat de Zuidelijke landen zich aan het pact van Maastricht houden. Ze moeten diep in hun eigen vlees snijden om te voldoen aan de geldende normen, waarvan de 3%-eis de meest bekende is.

Het is duidelijk, zo betoogt Bert Bakker in zijn boek ‘Het onbegrepen Europa’, dat er veel meer aan de hand is dan een conflict tussen Noord en Zuid. Er gaapt een diepe kloof tussen de wijze waarop de economie en de daarbij behorende instituties zijn ingericht. In zijn boek zoekt hij daarvoor een verklaring.

De meest bekende verklaring is dat het Noorden overwegend protestant is. De protestanten zouden zich persoonlijk verantwoordelijk voelen voor hun financiële handelen. Soberheid en spaarzaamheid zouden hun gedrag bepalen, terwijl de katholieken een loopje nemen met de normen. Deze verklaring borduurt voort op de analyse van de Duitse socioloog Weber, die in de godsdienst een verklaring meent te vinden voor de verschillen.

In zijn boek trekt Bakker deze verklaring in twijfel. Voordat hij tot zijn analyse komt, overlaadt hij de lezer met een grote hoeveelheid statistische bewijzen over de verschillen tussen Noord en Zuid. De dynamiek is er groter, er is minder corruptie, de welvaart is er hoger, mensen zijn er gelukkiger – vooral in Scandinavië – en men heeft meer vertrouwen in de overheid. Maar in zijn visie is er iets anders aan de hand dan alleen een verschil in godsdienst. Hij wijst erop dat ook in katholieke gebieden de economie en de handel floreren. Hij noemt het succes van de Italiaanse stadsstaten, Catalonië en Zuid-Duitsland.

Hij geeft een alternatieve verklaring. In Noord-Europa kregen de Romeinen geen grip op de lokale bevolking. Daardoor konden zij hun centralistische en feodale besturingsmodel daar niet doorvoeren. Hierdoor kon er een middenklasse tot ontwikkeling komen die niet onderworpen was aan het centrale gezag. Als voorbeeld noemt hij het succes van de Hanzesteden en de Toscaanse stadstaten. De middenklasse was zelf verantwoordelijk voor een goede organisaties van de handel en de veiligheid van de burgers en de kooplieden. Het systeem van handeldrijven was gebaseerd op vertrouwen. Je moest als handelaar een redelijke vorm van zekerheid hebben dat de leveringen doorgingen en dat de rekeningen werden voldaan.

Anders dan in het feodale systeem stond de overheid niet boven de burgers, maar opereerde zij in het belang van de markt en de samenleving. Er was een goede rechtspraak nodig en de overheid moest voor een goede infrastructuur zorgen. De burgers waren bereid de overheid geld te lenen dan wel belasting te betalen omdat zij de burgers veiligheid en stabiliteit bood. Anders dan in het Zuiden en in de Angelsaksische landen, waar men de overheid vijandig bejegent, geniet de staat het vertrouwen van de burgers.

De analyse van Bakker is op zijn minst interessant. Hij rekent af met een aantal traditionele verklaringen en komt met een interessante nieuwe hypothese. Hij benadrukt het belang van vertrouwen van burgers in elkaar en in de door hen ingestelde instituties voor het goed functioneren van de economie.

Toch zit er ook een zwart randje aan zijn analyse. Hij maakt duidelijk hoe groot het verschil tussen Noord en Zuid is. De Europese unie is na de Tweede Wereldoorlog onder druk van de Amerikanen en met de steun van de Britten opgericht. Met name de Amerikanen voelden geen enkele behoefte om weer betrokken te worden bij een oorlog tussen Duitsland en Frankrijk. In dit licht was de oprichting van de EU goed verklaarbaar. Waar het echter tot de dag van vandaag aan ontbreekt, is een antwoord op de vraag hoe men een groep zeer heterogene landen zover wil krijgen dat ze echt gaan samenwerken.

De afdronk van Bakkers boek is wat somber. Europa is al eeuwenlang diep verdeeld en de kloof is de afgelopen tien jaar niet kleiner geworden. De vraag hoe deze kloof gedicht moet worden blijft onbeantwoord. Impliciet lijkt hij te kiezen voor het huidige model: voortmodderen in de hoop dat het goed komt. Het lijkt mij een uitdaging om na zo’n scherpe analyse, gebaseerd op een grote hoeveelheid data en observaties, eens na te denken over een oplossing.

 

in VBA Journaal door

Download
Abonneer op onze nieuwsbrief